Nu de Wet DBA weer actief wordt gehandhaafd, komt er meer verantwoordelijkheid te liggen bij zowel opdrachtgevers als zelfstandige professionals. De grote vraag is: hoe zorg je ervoor dat je samenwerking juridisch klopt, zonder dat je flexibiliteit verliest? In dit artikel geven we vijf concrete acties waarmee je problemen voor kunt blijven.
Dit blog sluit aan op onze eerdere artikelen over de betekenis van de Wet DBA en de gevolgen van schijnzelfstandigheid, maar is ook los prima te lezen.
1. Beoordeel je samenwerking op basis van feiten, niet papier
Een veelgemaakte denkfout is dat een modelovereenkomst voldoende is om risico’s af te dekken. Maar de Belastingdienst kijkt vooral naar de praktijk. Draait de zelfstandige mee als collega in het team? Wordt hij of zij inhoudelijk aangestuurd? Is er een verplichting om werk persoonlijk te verrichten? Dat zijn signalen dat er sprake kan zijn van een dienstbetrekking.
Zorg dus dat de praktijk overeenkomt met wat je op papier hebt afgesproken — en wees eerlijk als dat niet (meer) het geval is.
2. Geef ruimte aan echte zelfstandigheid
Zelfstandig ondernemers bepalen zelf hoe, wanneer en met welke middelen ze hun werk uitvoeren. Je mag als opdrachtgever eisen stellen aan het resultaat, maar bemoei je niet met de manier waarop dat resultaat wordt bereikt.
Laat bijvoorbeeld de keuze voor werkuren, tools of locatie aan de professional. Geef geen inhoudelijke instructies en voorkom dat iemand onderdeel lijkt van je hiërarchie.
“Bij sommige klanten zie ik dat ze uit betrokkenheid precies willen vertellen hoe iemand moet werken. Dat is vaak goedbedoeld, maar juridisch onhandig. Als je iemand veel vrijheid gunt, vergroot je juist de juridische veiligheid.”
— Carolien Veuger, Senior Accountmanager bij Prodicom
3. Toets regelmatig of je samenwerking nog klopt
Een samenwerking die goed begon, kan na verloop van tijd verschuiven. Denk aan een zzp’er die vaker intern vergadert, vaste dagen krijgt of functioneringsgesprekken voert. Dat lijkt onschuldig, maar verhoogt het risico op schijnzelfstandigheid.
Plan daarom regelmatig een moment van reflectie: klopt de opzet nog met hoe de samenwerking begon? Zijn de rollen nog helder? Of is er sprake van ‘functiecreep’?
4. Bied alternatieven aan waar nodig
Soms is een opdracht zó langdurig of intensief dat werken met een zelfstandige niet verstandig is. In dat geval is detachering via een bureau zoals Prodicom een goed alternatief. Daarmee behoud je flexibiliteit, maar is de juridische afhandeling wél correct geregeld.
Detachering hoeft geen bedreiging te zijn voor ondernemerschap, maar kan juist een praktische oplossing zijn wanneer zelfstandigheid juridisch niet houdbaar is.
5. Leg afspraken vast én leef ze na
Goede afspraken zijn belangrijk, maar naleving is nóg belangrijker. Een modelovereenkomst waarin staat dat er geen sprake is van gezag, is niets waard als je de professional in de praktijk toch aanstuurt.
Zorg voor duidelijke documenten waarin staat wat de opdracht inhoudt, hoe de professional werkt, hoeveel vrijheid er is, en hoe de samenwerking kan worden beëindigd. Vermijd patronen die lijken op loondienst, zoals vaste werktijden of beoordelingsgesprekken.
Conclusie: verantwoordelijkheid delen = risico’s verkleinen
De Wet DBA vraagt om gedeelde verantwoordelijkheid. Niet alleen de opdrachtgever moet scherp zijn, ook de professional moet grenzen stellen en bewaken. Door transparant te zijn en het gesprek aan te gaan, voorkom je vervelende verrassingen.
Bij Prodicom helpen we beide kanten van de markt — opdrachtgevers én zelfstandige professionals — met praktische begeleiding. We denken mee over contractvormen, samenwerking en risicobeperking.
Wil je sparren over hoe jij dit goed inricht? Neem gerust contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek.